Lees hier welke standpunten Vitens inneemt over alles wat te maken heeft met water, waterwinning en milieu.
In Nederland is er een maximum gesteld aan de salarissen en eventuele ontslagvergoedingen van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Dit is geregeld binnen de Wet Normering Topinkomens (WNT). Voor Vitens geldt dat de beloning van bestuurders en hoogste leidinggevenden niet mag uitstijgen boven een beloningsmaximum, gebaseerd op een brutosalaris van € 188.000. Vitens houdt zich aan deze normering.
De publieke aandeelhouders van Vitens, gemeenten en provincies, stellen het salarisbeleid vast. Daarmee is publieke controle op de salariëring gegarandeerd.
Op grond van de Drinkwaterwet zijn drinkwaterbedrijven bedrijven met publieke aandeelhouders. Zij houden zich uitsluitend bezig met hun publieke kerntaken. Deze hebben betrekking op het in stand houden van een duurzame drinkwatervoorziening, bijdragen aan de bescherming van de bronnen, bijdragen in het verantwoord omgaan met drinkwater door afnemers in het controleren van installaties van afnemers. Indien drinkwaterbedrijven commerciële taken verrichten dan dienen deze juridisch en financieel gescheiden te zijn van de publieke taak. Hiermee wordt voorkomen dat kapitaal van het publieke bedrijf wordt ingezet voor commerciële activiteiten (kruissubsidie, oneerlijke concurrentie) en dat risico’s van de commerciële activiteiten worden afgewenteld op de gebonden klanten van het publieke bedrijf. De ACM ziet erop toe dat de drinkwaterbedrijven zich aan deze regels houden.
Vitens is het ermee eens dat er geen vermenging mag optreden tussen publieke en commerciële taken. Risico’s van commerciële activiteiten mogen niet worden afgewenteld op de gebonden klanten.
Vitens moet voldoen aan de regels voor drinkwatervoorziening die zijn vastgelegd in de Drinkwaterwet. Belangrijke onderwerpen zijn de regels voor kwaliteit en leveringszekerheid, het publieke eigendom van de bedrijven en de winstregulering. De wet valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu (-I&M). De regels voor de kwaliteit zijn gebaseerd op de Europese Drinkwaterrichtlijn.
In Nederland zijn drinkwaterbedrijven bij wet in eigendom van publieke aandeelhouders (gemeenten & provincies). Vitens vindt dit een goede zaak vanwege het publieke belang van de drinkwatervoorziening.
De beschikking over goed drinkwater is wereldwijd problematisch; dagelijks sterven er 10.000 mensen, vooral kinderen, door gebrek aan schoon drinkwater en sanitatie. Dat is het equivalent van 20 jumbo jets per dag. Om deze reden staan drinkwater en sanitatie centraal in het 7e Millennium Development Goal van de Verenigde Naties. Voor meer dan 1 miljard mensen is een schoon glas water ver buiten bereik. De Nederlandse regering heeft zich gecommitteerd bij te dragen aan MDG 7: het streven is in 2015 vijftig miljoen mensen duurzaam toegang tot veilig drinkwater en basis sanitaire voorzieningen te verschaffen.
Vitens en Evides Waterbedrijf voelen vanuit hun kern de behoefte om hun kennis op het gebied van drinkwater en sanitatie te delen met waterbedrijven in ontwikkelingslanden. Vitens en Evides voelen zich betrokken en willen niet werkeloos toekijken terwijl zoveel mensen onnodig sterven. Met Vitens-Evides International dragen beide bedrijven hun steentje bij aan de brede maatschappelijke commitment om de MDG-doelstellingen te behalen. Door samen te werken met lokale drinkwaterbedrijven hebben inmiddels ruim 20 miljoen mensen in Ghana, Mozambique, Vietnam, Mongolië, Malawi en Suriname een betere toegang tot schoon drinkwater. Vitens-Evides International werkt not-for-profit, investeert niet en streeft geen eigendom na.
Vitens en Evides zijn publieke bedrijven die te maken hebben met gebonden klanten. Dat betekent dat grote zorgvuldigheid betracht wordt met de financiering van alle activiteiten. Om helderheid te bieden op dit vlak hebben Vitens en Evides de organisatie Vitens-Evides International bv opgericht. Een apart bedrijf dat jaarlijks een vast bedrag ontvangt van de moederbedrijven. Met dit bedrag ontwikkelt Vitens-Evides International projecten om de drinkwatervoorzieningen in ontwikkelingslanden te verbeteren. Hierbij wordt nauw samengewerkt met lokale waterbedrijven. Het Nederlandse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en internationale donoren zoals de Wereldbank financieren deze projecten. Er is nadrukkelijk geen commercieel doel en alle werkzaamheden worden not-for-profit uitgevoerd. De toegevoegde waarde van Vitens-Evides International voor lokale waterbedrijven wordt ook herkend door waterbedrijven in nieuw opkomende landen (emerging economies) zoals India en China. Vitens-Evides International staat echter nadrukkelijk op het standpunt dat in deze landen een volledig kostendekkend tarief voor haar inzet wordt gewaarborgd.
Vitens-Evides International ontvangt van beide moeders jaarlijks € 1 miljoen. Vitens had in 2009 een omzet van € 445 miljoen. Omgerekend betekent dit dat elke Vitensaansluiting € 0,42 cent per jaar bijdraagt aan Vitens-Evides International op een gemiddelde jaarrekening van € 175,-. Het bedrag van € 1 miljoen is goedgekeurd door de aandeelhouders van Vitens, gemeenten en provincies in haar voorzieningsgebied. Voor de gegevens van Evides Waterbedrijf, kijk op evides.nl.
De internationale activiteiten van Nederlands drinkwaterbedrijven krijgen regelmatig ook politieke aandacht gehad. Dit heeft er onder meer toe geleid dat een Kamerbrede meerderheid (alleen de PVV was tegen) bij de behandeling van de nieuwe Drinkwaterwet in 2008 heeft ingestemd met de zogeheten 1%-regeling. Dit houdt in dat drinkwaterbedrijven wettelijk maximaal 1% van hun omzet mogen gebruiken voor internationale activiteiten. Er is politieke steun voor het idee dit bedrag uit de behaalde winst te halen. De besteding van de winst van een waterbedrijf is een aangelegenheid van de aandeelhouders. Zij beslissen of de winst (hiervoor bestaat een wettelijk maximum) wordt uitgekeerd als dividend, wordt toegevoegd aan de reserves ter verbetering van de solvabiliteit, wordt ingezet voor extra investeringen of ingezet kan worden voor de internationale activiteiten.
In de Nederlandse bodem liggen heel veel leidingen voor gas, elektra, water en datacommunicatie. Door schade aan leidingen als gevolg van graafwerkzaamheden kunnen gebieden zonder water, stroom of datacommunicatie komen te zitten. Elk jaar kost dit gemiddeld € 25 miljoen. Vitens repareert jaarlijks zo’n 1600 schades aan het leidingnet als gevolg van graafschade.
Een grondroerder, een partij die werkzaamheden moet verrichten in de grond, is bij wet verplicht om kabel- en leidinginformatie in zijn graafgebied op te vragen. De netbeheerders, zoals Vitens, zijn verplicht digitale informatie over het leidingnet te verstrekken. Dit is geregeld in de WIBON, de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse en Bovengrondse Netten, die tot doel heeft graafschade te voorkomen. Jaarlijks worden meer dan 200.000 graafmeldingen met Vitens netinformatie naar de grondroerders verstuurd.
Grondroerders, netbeheerders en ondergrondbeheerders werken samen om graafschades te voorkomen, onder andere door overleg binnen het Kabel- en Leiding Overleg. Gezamenlijk willen zij de informatie (precieze ligging, diepte van de kabel, et cetera) over de leidingnetten zo betrouwbaar mogelijk maken.
Het waterverbruik wordt vrijwel overal gemeten met watermeters. Deze zitten direct na de hoofdkraan in de binneninstallatie. Jaarlijks wordt de meterstand opgenomen. Vroeger door meteropnemers, tegenwoordig door de klanten zelf waarna de standen worden doorgegeven aan het drinkwaterbedrijf. Er wordt al lang onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om meterstanden op afstand af te lezen. In het buitenland zijn daar veel voorbeelden van, maar deze meters bevinden zich dan vrijwel altijd buiten de woning. Grootschalige omschakeling zou onevenredig kostbaar zijn. Door voortgaande (ICT)techniek nemen de mogelijkheden echter toe. Uitsluitend elektronisch aflezen en doorsturen biedt vooralsnog echter voor kleingebruikers/huishoudens weinig voordelen t.o.v. het eenmalig handmatig aflezen.
Interessant kan het zijn om via een elektronische meter de klant meer informatie en mogelijkheden voor beïnvloeding van het gebruik te geven. Dan spreken we van intelligente meters. Via dergelijke meters kan het verbruik continu worden gemeten (en gemeld aan de klant) maar het is ook mogelijk om de verbinding te gebruiken om het verbruik te sturen inclusief het zo nodig stopzetten van de levering. Dit laatste niet alleen bij wanbetaling maar ook, en veel interessanter, bij mogelijke bedreiging van de kwaliteit.
Vitens heeft veel belangstelling voor deze ontwikkelingen. Zij werkt momenteel al voor een aantal industriële grootverbruikers met meters die continu zijn af te lezen. Op basis van de verkregen informatie kunnen de verbruikers worden geïnformeerd over totaal verbruik, gemiddeld verbruik, piekverbruiken e.d. Vitens heeft ook meegewerkt aan een pilot op laboratoriumschaal (o.m. met KPN) waarbij informatie van intelligente watermeters met een draadloze verbinding via internet werd verzonden. Hoewel de uitkomsten interessant zijn, zijn er nog de nodige problemen op te lossen, zoals het waarborgen en beveiligen van de informatieoverdracht. Grootschalige toepassing voor huishoudelijke klanten wordt voorlopig niet voorzien.
Vitens is doordrongen van het belang om klimaatverandering tegen te gaan. Daarom wil Vitens de CO2 uitstoot van het bedrijf tot het uiterste beperken. In 2008 hebben we een climate footprint uitgevoerd om inzicht te krijgen in de CO2-emissie van onze bedrijfsactiviteiten.
Uit de footprint blijkt dat we met het vergroenen van onze energiebehoefte de reductiedoelstelling (Climate partners: 50% reductie in 2010 t.o.v. de emissie in 1990) al hebben gehaald. We richten ons de komende periode op verdere mogelijkheden voor CO2-reductie zoals het beperken van reisbewegingen, de inzet van elektrische auto’s, verdere energiebesparing en het verminderen van de inzet van hulpstoffen. In 2010 is een start gemaakt met een project op onze grootste drinkwaterproductielocatie Spannenburg om o.a. methaangas dat vrijkomt bij de waterzuivering af te vangen.
Koude/warmte opslag (KWO) is een veel voorkomende vorm van bodemenergiesystemen (BES). De toepassing ervan groeit momenteel ook explosief. Eenvoudig gezegd komt het systeem erop neer dat ‘s zomers relatief warm water in de bodem wordt opgeslagen om ’s winters weer te worden opgepompt. Vanuit duurzaamheid/klimaatverandering lijken deze systemen belangrijke voordelen te bieden. Er is echter ook nog veel onbekend over de effecten op lange termijn. Vitens keert zich daarom vanuit het voorzorgprincipe vooralsnog tegen BES in grondwater dat is bestemd voor de drinkwaterproductie.
Vitens maakt zich zorgen over de vervuiling van de Nederlandse bodem door het gebruik van mest- en bestrijdingsmiddelen. Deze stoffen hebben namelijk invloed op de kwaliteit en hardheid van het grondwater. In het verleden moest Vitens al winputten verplaatsen, dieper grondwater winnen en waterzuiveringen uitbreiden vanwege verontreinigingen door deze stoffen. Dat zou niet nodig moeten zijn. Elk jaar kost dit ons nu al 15 miljoen euro, en dat terwijl we een kostendekkend tarief hebben. Klanten betalen dus mee aan deze extra kosten. Daarom wil Vitens dat de invloed van mest- en bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk tegengegaan wordt, ook als dit betekent dat er gemonitord en gehandhaafd moet worden door provincies en gemeenten, of dat het gebruik van bepaalde stoffen zoals bestrijdingsmiddelen verboden moet worden. Vitens roept iedereen op biologisch afbreekbare bestrijdingsmiddelen te gebruiken en zich in te spannen om aanwezigheid van meststoffen in het grondwater te voorkomen.
In cosmeticaproducten zitten heel kleine plasticdeeltjes, zogenaamde microplastics. Nog veel kleinere deeltjes van deeltjes, die we nanodeeltjes noemen, zijn te vinden in voeding en cosmetica. De deeltjes komen al voor in oppervlaktewater maar nog niet in grondwater. Gezien de grootte van deze deeltjes is het maar de vraag of deze daarin terecht komen, maar dat ze voorkomen in oppervlaktewater is geen goed teken. Microplastics zijn overigens goed te zuiveren maar horen in het milieu natuurlijk niet thuis. Over nanodeeltjes is eigenlijk nog maar heel weinig bekend. Vitens doet daarom mee met een groot Europees onderzoek naar deze deeltjes. Vitens wil ze kunnen meten in het grondwater en als het nodig is kunnen wegzuiveren. Vitens zal zich ervoor inzetten dat het grondwater schoon blijft en juicht duurzame alternatieven toe voor het gebruik van deze deeltjes in cosmetica-, en voedingsproducten.
Gemeenten kunnen belasting heffen op het gebruik van de openbare ruimte door particulieren en bedrijven. Bekende onderwerpen zijn terrassen en reclameborden. Een aantal gemeenten heft ook precario op drinkwaterleidingen die in de straat of onder het trottoir liggen. Vitens is tegen een dergelijke belasting. Naar het oordeel van Vitens moet deze belasting gericht zijn op activiteiten die de openbare ruimte gebruiken met een particulier/zakelijk belang en niet op een activiteit van openbaar belang zoals de drinkwatervoorziening. In zo’n situatie is het een verkapte vorm van gemeentelijke belastingheffing op de klanten. Vitens moet uit het oogpunt van kostendekkende tarieven die belasting immers doorberekenen aan de klanten. Vitens is dan ook verheugd over het kabinetsbesluit om de precarioheffing op onder meer drinkwaterleidingen wettelijk te verbieden.
Het publieke eigendom van drinkwaterbedrijven is verankerd in de Nederlandse Drinkwaterwet. Daarin staat dat aandelen van drinkwaterbedrijven alleen in publieke handen mogen zijn. In die zin is het dus vooralsnog wettelijk uitgesloten om Nederlandse drinkwaterbedrijven te privatiseren. Vitens is echter wel waakzaam en volgt alle ontwikkelingen in Europa op de voet. Energiebedrijven zijn inmiddels ook commerciële partijen geworden. Vitens zou het zorgelijk vinden als er vanuit Europa bewegingen zijn om de huidige regelingen te veranderen. Het leveren van schoon drinkwater is een publieke taak, die niet bij (commerciële) marktpartijen thuishoort.
Vitens is met 5,6 miljoen klanten de grootste van de huidige 10 drinkwaterbedrijven in Nederland. Met enige regelmaat worden onder meer in de Tweede Kamer kritische kanttekeningen geplaatst bij de omvang van Vitens en het vermeende streven naar verdere schaalvergroting. Onweersproken is echter dat de schaalvergroting die sinds de 70’er jaren van de vorige eeuw in de drinkwaterwereld heeft plaatsgevonden (van 110 naar 10 bedrijven) een grote bijdrage heeft geleverd aan de efficiencyverbetering in de sector. Naar verwachting zal het aantal de komende jaren verder afnemen waardoor de gemiddelde schaalgrootte nog zal toenemen.
Vitens kan aantonen dat de groei tot de huidige omvang veel kostenbesparing heeft opgeleverd met gelijktijdige verbetering van de prestaties. Ze is er van overtuigd dat verdere schaalvergroting nog steeds positieve effecten zal hebben. Gelet op het politieke klimaat streeft Vitens verdere schaalvergroting binnen de sector echter niet actief na. Vitens blijft zoeken naar mogelijkheden van efficiencyverbetering door samenwerking met andere sectoren (bv afvalwater).
Krachtens de Drinkwaterwet wordt het toezicht op de drinkwaterbedrijven uitgeoefend door de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Dit heeft betrekking op alle onderwerpen uit de wet met uitzondering van de scheiding publieke/commerciële taken waarop de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toeziet. Bij de parlementaire behandeling van de Drinkwaterwet zijn regelmatig vraagtekens gezet bij de vraag of de ILT ook moet toezien op de winstregulering en de benchmark. Van verschillende zijden werd ervoor gepleit om dit toezicht op te dragen aan de ACM.
Vitens is het eens met de uiteindelijke keuze om het totale toezicht bij de ILT te laten, met uitzondering van de commerciële activiteiten. De ILT heeft tientallen jaren ervaring met het toezicht op de kwaliteit en de leveringszekerheid van de drinkwaterbedrijven. Omdat de benchmark zich niet alleen richt op kosten, maar ook op andere relevante aspecten van de bedrijfsvoering, is de ILT bij uitstek in staat een gewogen oordeel over de uitkomsten te vormen. Bovendien is bij wet bepaald dat de drinkwaterbedrijven geen mededingings(markt)-activiteiten mogen ontplooien. Daarom is toezicht door een mededingingsautoriteit volgens Vitens ook niet aan de orde anders dan bij de beoordeling of drinkwaterbedrijven zich aan de regels houden m.b.t. het ontwikkelen van commerciële activiteiten.
In een groeiend aantal gevallen worden huishoudens voorzien van warm tapwater. Daarbij wordt drinkwater opgewarmd, meestal met restwarmte van energiebedrijven, en daarna door het energiebedrijf afgeleverd. Dit in tegenstelling tot de normale warmwatervoorziening waarbij het water wordt geleverd en daarna bij de afnemer wordt opgewarmd (geiser, boiler).
Warm tapwater is formeel geen drinkwater want het is niet bedoeld voor menselijke consumptie. Daarom wordt de levering van warm tapwater geregeld in de Warmtewet en niet in de Drinkwaterwet. De Warmtewet stelt echter geen eisen t.a.v. de kwaliteit. De kwaliteit van warm tapwater wordt daarom geregeld in de Drinkwaterwet, waarin is vastgelegd dat de kwaliteit dezelfde moet zijn als van drinkwater (m.u.v. de temperatuur). Verder regelt de Drinkwaterwet de wijze waarop de leverancier die kwaliteit dient te waarborgen. Er is dus sprake van een gescheiden levering door twee leveranciers van koud en warm water dat vervolgens in de installatie van de klant wordt gemengd. Mochten zich kwaliteitsproblemen voordoen dan zijn de leveranciers verplicht onderzoek te doen naar de oorzaak daarvan. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) ziet er zo nodig op toe dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen.
Vitens vindt het belangrijk dat er eisen worden gesteld aan de kwaliteit en dat er goede afspraken zijn tussen de leveranciers. Wij zetten ons er voor in dat in het Drinkwaterbesluit een en ander goed wordt geregeld.